Olympische spelen woordenboek: 15 termen en hun betekenis uitgelegd

07 aug 2024, 10:52 Sport
anp

De Olympische Spelen zijn in volle gang, en Nederland heeft al verschillende gouden medailles veroverd. Vol verwachting kijken we uit naar de volgende overwinning.

Wereldwijd zitten zowel sportfanaten als gewone kijkers aan de televisie gekluisterd om hun favoriete atleten aan te moedigen. Een belangrijk aspect van deze wereldwijde competitie is het begrijpen van de specifieke terminologie die in de sport wordt gebruikt. De Olympische Spelen hebben hun eigen unieke termen en jargon. Omdat niet iedereen bekend is met sportterminologie, heeft taalplatform Preply een woordenboek samengesteld speciaal voor de Olympische Spelen.

  1. Olympische ringen: Vijf gekleurde ringen die de eenheid van de vijf continenten vertegenwoordigen.
  2. Olympische motto: "Citius, Altius, Fortius" (Sneller, Hoger, Sterker).
  3. Olympisch dorp: De woonplaats voor atleten tijdens de Olympische Spelen
  4. Relay: Een estafettewedstrijd waarbij teamleden elkaar afwisselen
  5. Decathlon: Een atletiekwedstrijd voor mannen die bestaat uit tien onderdelen.
  6. Heptathlon: Een atletiekwedstrijd voor vrouwen die bestaat uit zeven onderdelen.
  7. Doping: Het gebruik van verboden middelen om de sportprestaties te verbeteren, wat streng verboden is.
  8. Bye: Een situatie waarin een atleet of team automatisch doorgaat naar de volgende ronde zonder te hoeven concurreren.
  9. Photo Finish: Een nauwkeurige manier om de winnaar van een race te bepalen met behulp van fotografie, meestal gebruikt in sprintnummers.
  10. Breakline: Het punt op de baan waar lopers hun toegewezen baan mogen verlaten en elk deel van de baan mogen gebruiken.
  11. Heat: Een race binnen een ronde van twee of meer races, gebruikt om het aantal deelnemers te verminderen.
  12. Lifting: Een overtreding bij snelwandelen waarbij het voorste been wordt opgetild voordat het is gebogen.
  13. Tail wind: Wind die in dezelfde richting reist als een loper of springer.
  14. IOC (Internationaal Olympisch Comité): De organisatie die verantwoordelijk is voor de organisatie en het beheer van de Olympische Spelen.
  15. NOC (Nationaal Olympisch Comité): Nationale organisaties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de deelname van hun land aan de Olympische Spelen.