De regering moet opnieuw besluiten nemen over het opsporen van
schaliegas, oordeelt Raad van State. Op basis van de nieuwe Mijnbouwwet kunnen vergunningen wel geweigerd worden.
De Raad van State heeft dit besluit op 14 maart 2018 genomen. Het bedrijf Cuadrilla had in 2014 gevraagd om verlenging van zijn vergunningen voor de opsporing van schaliegas in Noordoostpolder en Noord-Brabant. De toenmalige minister van Economische Zaken wees die verlenging in 2015 af in het belang van de bescherming van het milieu.
Cuadrilla stapte daarop naar de rechter en de rechtbank van Rotterdam stelde Cuadrilla in december 2016 in het gelijk. De Mijnbouwwet bood destijds namelijk geen ruimte om verlenging van de vergunningen om milieuredenen te weigeren. Tegen de uitspraak van de rechtbank zijn de minister en de Vereniging Milieudefensie vervolgens in hoger beroep gegaan.
De Raad van State heeft nu geoordeeld dat de beslissing van de rechtbank terecht was. De Mijnbouwwet bood tot 1 januari 2017 maar een beperkt aantal mogelijkheden om een opsporingsvergunning wel of niet te verlenen of te verlengen. De wet bood destijds in ieder geval geen ruimte voor de weigering van de verlenging om het milieu te beschermen.
Gevolgen van de uitspraak
De minister moet opnieuw beslissen over verlenging van de opsporingsvergunningen. Hij moet dat doen op basis van de gewijzigde Mijnbouwwet. Die biedt nu wel de ruimte om het belang van het milieu bij dat nieuwe besluit te betrekken.
Dat lijkt een formaliteit, want de minister heeft de Tweede Kamer vorige maand nog laten weten dat commerciële opsporing en winning van schaliegas in Nederland de komende jaren niet aan de orde is en dat er geen vergunningen hiervoor zullen worden afgegeven.