Natuurlijke bestrijding eikenprocessierups

“Troep! Symptoombestrijding!” Dat zegt boswachter Harco Bergman over de ‘biologische’ middelen tegen de eikenprocessierups.

Gemeente Noordoostpolder heeft in de afgelopen weken eiken preventief bespoten met aaltjes en het middel XenTari. Alleen die eiken die staan op plaatsen waar de brandharen van de rupsen een direct risico opleveren. Dat geldt voor een aantal locaties in de dorpen en langs het fietspad van de Lemsterweg.

Han en Corrie Hanse wonen aan de overzijde van de Lemsterweg waar ook over de hele lengte eiken staan. De bomen staan weliswaar op gemeentegrond, maar Hanse heeft er vorig jaar ook nesten van de eikenprocessierups gesignaleerd. Ze hebben daarom zelf maatregelen genomen om overlast tegen te gaan.

“We hebben nestkasten opgehangen en de bomen ingepakt”, laat Corrie zien. Om de eiken voor hun erf langs zijn op ruim een meter van de grond rollen huishoudfolie gewikkeld. “We zagen het op tv. Het idee is dat de larven vanaf de grond omhoog kruipen, maar hier op het plastic uitglijden en zo de bladeren niet kunnen bereiken.”

Ze weet uit ervaring wat de brandharen aanrichten. “Vorig jaar heb ik eronder gezeten en dat wil ik niet weer. Dat gebeurde trouwens niet hier, maar op een camping. Ik heb er vier weken last van gehad. En Han had nergens last van! Het is dus ook niet zo dat iedereen er gevoelig voor is.”

Gif spuiten is, wat Corrie betreft, een laatste optie. “We moeten om het milieu denken. We hebben ook een verantwoordelijkheid naar onze kinderen en kleinkinderen.”

Spuiten is symptoombestrijding

Bergman wil dat overheden per direct stoppen met spuitmiddelen, ook de zogeheten biologische. “Het is allemaal troep! Op een eik leven ongeveer 450 organismen, waarvan ongeveer honderd andere vlindersoorten. Dus als je daar gif inspuit of aaltjes, gaan alle 99 soorten die niet schadelijk zijn ook dood.”

Spuiten is symptoombestrijding, gaat Bergman verder: “Je lost het probleem er niet mee op. Dat moeten we met z’n allen doen door op een andere manier om te gaan met onze groene omgeving. De plaag hoeft geen plaag te zijn, als we de juiste balans in de natuur zoeken.”

“Ik krijg heel vaak te horen: ‘Wat is het een rommel in het bos!’. Dan zeg ik: “Dat is een prachtig schouderklopje dat u me daar geeft. Want hoe rommeliger het is, hoe beter het voor de natuur is’. Alles aanharken is niet natuurlijk, dat is alleen omdat wij mensen dat mooier vinden. We moeten juist terug naar een iets ruiger park.”

Nestkastjes ophangen

Vogels zijn natuurlijke vijanden van de eikenprocessierupsen. “Gif werkt alleen maar verstorend. Je moet nestkasten ophangen, vogels stimuleren in de buurt van die eiken te gaan broeden. Dan gaan ze daar voedsel zoeken en dat is een duurzame oplossing. Het kost weinig, het is schoon, milieuvriendelijk en duurzaam. Het is iets wat in lengte van jaren zal gaan werken.”

Staatsbosbeheer heeft langs de fietspaden in het Kuinderbos om de veertig à vijftig meter nestkastjes opgehangen die allemaal bezet zijn door mezen. “Mezen – hier gaat het om de kool- en pimpelmees – zijn holenbroeders, die zitten graag in een nestkast en het zijn echte rupseneters.”

Bergman tilt hier en daar de deksels op en laat zien dat die bedekt zijn met zwarte stippen. “Rupsenpoep. Maar dat hoeven geen eikenprocessierupsen te zijn. Dat kunnen ook gewoon rupsen zijn van die andere 99 soorten.”

In de kastjes telt hij tien tot dertien eieren. “Dan gaat het ergens over, hè! Een jong koolmeesje vreet vijftig rupsjes per dag op. Als daar tien jongen inzitten, gaat het om 500 rupsen per dag. Dat gaat dan drie weken lang door en daarna vliegen ze uit en blijven ze eten. En de jongen van dit nest kunnen ook nog weer zelf een nestje produceren dit jaar. Hoe hard gaat dat?”

Kruidenrijke bermen

Er zijn ook insecten die tot de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups gerekend kunnen worden. “Sluipwespen bijvoorbeeld boren een gaatje in een rups en leggen er een eitje in die de rups parasiteert. Maar die rupsen hebben wel kruidenrijke bermen nodig. Dus niet bermen die altijd gemaaid worden met een klepelmaaier en opgezogen, want dan haal je al die eitjes weg. Omdat we het graag zo netjes willen hebben, maken we het probleem alleen maar groter.”

Om die reden moeten oude nesten ook niet worden opgeruimd. “Daar zitten ook nog een paar brandhaartjes in en daar zitten de eitjes in van degenen die de eikenprocessierups opeten. Door door alles te willen verwijderen, verwijder je dus ook hun natuurlijke vijanden.”

De boswachter wil met de nestkasten die dit jaar zijn opgehangen, aantonen dat het beleid werkt. “Als we hier langs dit pad geen eikenprocessierupsen krijgen – vorig jaar zaten er wel een paar nesten – dan komt dat ergens door.”

Hij adviseert de gemeente hetzelfde te doen. “Maai de bermen minder. Laat een strook in het midden staan, die niemand in de weg staat. Het staat misschien niet zo mooi, maar met de uitleg dat daar de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups inzitten, zal iedereen dat pruimen.”

“En hang nestkasten op!” Bergman doet de suggestie de scholen hier bij te betrekken. “Als kinderen langs wegen fietsen waar ze last hebben van de eikenprocessierups, dan zullen ze het prima vinden om een nestkast te timmeren die langs hun route wordt opgehangen.”

Hij besluit: “Maak gebruik van de natuur. Natuurlijke vijanden zijn er, maar dan moet je ze wel de kans geven om hun werk te doen”.

‘Glijbaan’-experiment

Corrie Hanse inspecteert intussen de staat van haar experiment met plastic rondom de eik nog eens. “Geen idee of het werkt, je probeert wat. Maar baat het niet, het schaadt ook niet”.

tekst: Margé Hof

Zelf een nestkast maken? Kijk op www.vogelbescherming.nl

UPDATE 22mei20: Plak geen plastic tegen eikenprocessierups!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen