Rekenkamer presenteert conclusies en aanbevelingen onderzoek armoedebeleid

Foto: pexels-photo

De gemeente Noordoostpolder heeft een aantal regelingen dat inwoners met een inkomen op of net boven het minimuminkomen meehelpt om
meer te kunnen deelnemen aan de samenleving en armoede te voorkomen. De rekenkamer van de gemeente heeft het armoedebeleid en de uitvoering onderzocht en komt met een aantal conclusies en aanbevelingen die kunnen leiden tot verbetering van het beleid en de uitvoering.

EMMELOORD, 22-03-2024 – Het beleid van de gemeente is sober in vergelijking met dat van andere gemeenten door de inkomensgrens van 100 tot 110 procent van het sociaal minimum (uitgezonderd het Meedoenpakket voor jongeren met een grens tot 120 procent). Wel heeft de gemeente een maatwerkbudget voor knelgevallen die (net) niet in aanmerking komen voor een armoederegeling. Het maatwerkbudget wordt echter zelden toegepast.

De besteding voor het maatwerk in 2022 was 2.770,— euro. De gemeente monitort niet actief op de kerngegevens rond armoede en ijkt niet of de verschillende regelingen bijdragen tot verlichting van de armoede. Door de relatief sobere armoederegelingen speelt het aspect van de armoedeval minder. Vrijwel altijd leidt een stijging van het inkomen ook tot meer bestedingsruimte (ondanks het mogelijke verlies van ondersteunende armoederegelingen).

De gemeente bereikt een belangrijk deel van de mensen die in armoede leven en gebruik kunnen maken van de regelingen. Maar het kan nog beter. De voorlichting kan beter en de aanvraagprocedure (over meerdere schijven) kan klantvriendelijker. De samenwerking met andere instellingen op het aspect van armoede is goed. De gemeente mag wel meer regie nemen in de samenwerking.

Jaarlijks houdt de gemeente tot nu toe relatief veel geld over van het budget dat beschikbaar is voor het armoedebeleid. In 2022 was ruim 1.500.000 euro beschikbaar en de uitgaven bedroegen ruim 1.000.000 euro. Er zijn geen analyses van de oorzaken van die onderschrijding van de begroting en de gevolgen daarvan voor de doelstellingen van het armoedebeleid. Ook de gemeenteraad wordt daar niet bij betrokken.

De volgende aanbevelingen van de rekenkamer zijn van belang.
1. De gemeente dient meer zicht te krijgen op de doelgroep van het armoedebeleid en daarvoor een systematiek te ontwikkelen om die doelgroep te kunnen volgen. Het maakt het ook eenvoudiger om de gevolgen van het beleid voor de gemeenteraad inzichtelijker te maken.
2. Het maatwerkbudget is zo gering dat het nauwelijks bedraagt tot verlichting van de armoede bij individuele knelgevallen. De aanbeveling is het budget en de regeling opnieuw te bezien en de groep voor wie die bedoeld is te verbreden.
3. De toegang tot het sociaal loket kan beter. De aanbeveling is de aanvraag van inwoners bij één loket te laten doen en te bezien of die aanvraag minder ingewikkeld kan worden.

4. Een belangrijke aanbeveling is ook dat het college naar de gemeenteraad duidelijkheid schept over de oorzaken waarom de uitgaven voor het
armoedebeleid binnen de begroting zijn gebleven. Laat de gemeenteraad op basis van een aantal scenario’s kiezen tussen verruiming van het (sobere) armoedebeleid of het afromen van de begrotingsruimte. Het geeft de raad tegelijk meer regie op de sturing van het armoedebeleid.
De rekenkamer heeft het rapport aangeboden aan de gemeenteraad. De rekenkamer geeft op 8 april vanaf 19.30 in de commissie een toelichting op het rapport en de gemeenteraad zal het rapport behandelen op 21 mei. Het rapport is te vinden op de website van de gemeente.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen