Begin dit jaar startte Landschapsbeheer Flevoland met het dampalenonderzoek, dankzij een subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Het doel? In kaart brengen waar de karakteristieke dampalen in de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland nog te vinden zijn.
Na het vaststellen van het onderzoeksgebied werden meerdere oproepen gedaan voor vrijwilligers, die enthousiast werden opgepakt door de lokale media. Tijdens een informatieavond in Luttelgeest meldden zich vier vrijwilligers om de inventarisatie uit te voeren. Zij kregen digitale formulieren waarmee de gegevens automatisch werden doorgegeven. Met deze gegevens kon Landschapsbeheer Flevoland een kaart maken van het gebied en de bewaarde dampalen.
Dampalen zijn betonnen palen die bij de toegang van boerderijen stonden. Ze hadden een letter-nummercombinatie, zoals “T 114”, die het nummer van het kavel aangaf. Deze palen waren niet alleen een praktische markering van de boerderijen, maar werden vaak zelfs gebruikt om locaties te herkennen, lang nadat de inpoldering was voltooid.
Naast de inventarisatie door vrijwilligers, plaatste Landschapsbeheer Flevoland een vacature op Erfgoedvrijwilliger.nl, wat leidde tot een extra vrijwilliger die archiefonderzoek deed naar de oorsprong en productie van de dampalen. Bewoners van de Noordoostpolder en oud-werknemers van bedrijven die bij de productie betrokken waren, gaven waardevolle informatie. Het onderzoek leverde historisch materiaal op, zoals gedetailleerde bouwtekeningen van de palen, gemaakt door de Directie van de Wieringermeer. Ook kwam aan het licht dat de dampalen waarschijnlijk niet door de firma Schokbeton zijn geproduceerd, zoals altijd werd gedacht, maar door Hop Prefab uit Baarn.
De mallen voor de dampalen werden zelfs nog enkele jaren na de plaatsing gebruikt omextra palen te maken, maar helaas zijn ze niet bewaard gebleven.
Met alle verzamelde gegevens heeft Landschapsbeheer Flevoland een kaart samengesteld die het eindresultaat van het onderzoek laat zien. Deze kaart toont het onderzoeksgebied en de plekken waar bewoners zelf dampalen hebben geregistreerd.
Dankzij deze inventarisatie is nu bekend dat op 67 adressen de dampalen volledig verdwenen zijn. Op 137 adressen staan nog minstens twee dampalen, en op 104 adressen zelfs meer dan twee elementen. Op 6 adressen is een volledige set dampalen bewaard gebleven. Dit betekent dat op twee derde van de onderzochte adressen nog steeds minimaal twee dampalen aanwezig zijn—meer dan aanvankelijk werd verwacht.
Gedurende het project konden bewoners ook aangeven of ze interesse hadden in het herstel van de dampalen. Omdat de dampalen alleen in de beginjaren van de Noordoostpolder zijn geproduceerd en de originele mallen niet meer bestaan, onderzoekt Landschapsbeheer Flevoland nu de mogelijkheid om bestaande dampalen uit te wisselen.
Zo kan het behoud en herstel van deze bijzondere erfgoedelementen ook in de toekomst mogelijk worden gemaakt.