In het Kuinderbos zijn bomen gemarkeerd met blauwe en oranje strepen en stippen. Deze kleuren en vormen hebben een belangrijke betekenis.
Voordat de houtoogst van start gaat worden er door de boswachter verschillende blesrondes door het bos gemaakt. Blessen is het markeren en selecteren van bomen die geoogst gaan worden en om aan te geven waar de boswerkers op moeten letten. Elke markering heeft een specifieke betekenis.
Met blauwe strepen zijn plekken gemarkeerd, waar bijvoorbeeld tongvarens staan of waar mierennesten, dassenburchten of ander bijzonderheden aanwezig zijn. Daar mogen tijdens de oogst geen machines komen maar ook geen kronen van gevelde bomen opvallen.
Met blauwe stippen worden toekomstbomen gemarkeerd, maar ook bijzondere soorten of jonge bomen die tijdens de houtoogst niet beschadigd mogen raken.
Met oranje strepen wordt aangegeven waar machines tijdens de oogst mogen rijden. Hiermee wordt bodemverdichting voorkomen op plekken waar dat niet gewenst is.
Een cijfer 2, 4 of 6 betekent dat de onderstam in het bos blijft staan. Bij wilgen gebeurt dat om er een knot van te maken. Bij de overige soorten is dat om dood staand hout te creëeren voor spechten en holenbroeders.
De gebleste bomen worden in oktober geoogst. In januari en februari worden er nieuwe bomen geplant.
