Lang wachten op laadpaal voor elektrische autobezitter in Flevoland

Elektrische autobezitters in Flevoland moeten, na de aanvraag van een openbare laadpaal, rekening houden met een periode van gemiddeld 23 weken voordat de paal wordt geplaatst. Dit is, van alle provincies, de op een na langste wachttijd.

Dit en meer blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Vattenfall , dat onderzoek deed naar elektrisch rijden in Nederland.

Begin 2019 was er voor elke 2,2 elektrische auto’s een publiek laadpunt. Begin dit jaar was dit aantal toegenomen tot 3,9 elektrische auto’s per publiek laadpunt. Dit is mede het geval door de enorme groei in het aantal elektrische auto’s in 2019.

Flevoland is, vergeleken met andere provincies, redelijk gunstig voor automobilisten die een laadpaal willen hebben. Flevolanders die een publieke laadpaal willen, hebben online relatief veel gemeentelijke aanvraagopties. Om elektrisch rijden in Flevoland te stimuleren, bieden 5 van de 6 gemeenten hun inwoners namelijk de mogelijkheid om via de gemeentelijke website een openbare laadpaal aan te vragen. Alleen in Urk is dit (nog) niet mogelijk.

Landelijk is het percentage gemeenten met een aanvraagoptie fors lager (79 procent). Openbare laadpalen zijn bedoeld voor mensen die hun elektrische auto niet op hun privé terrein kunnen opladen, bijvoorbeeld wanneer zij geen garage of eigen oprit hebben.

Gemeenten in Flevoland streven ernaar dat men op een redelijke afstand van een laadpaal kan wonen en werken. De gemiddelde “maximale loopafstand” naar een laadpaal in Flevoland is 240 meter. Dit is 8 procent minder dan landelijk gemiddeld, waar sprake is van een afstand van 262 meter.

Flevolandse automobilisten die een openbare laadpaal aanvragen, moeten rekening houden met gemiddeld 23 weken wachttijd. Landelijk is deze periode tussen aanvraag en realisatie bijna 5 weken korter (18,4 weken). De wachttijd kan in andere regio’s in Nederland oplopen tot wel 9 maanden (Bergen N.H., Uitgeest, Castricum, Heiloo en Gooise Meren). De kortste wachttijd is 12 weken en is onder andere van kracht in de gemeenten Den Helder, Wageningen en Loon op Zand. Meer informatie over het onderzoek is hier te vinden.