
Door het wegvallen van financiering worden onderdelen van het project Boerderij van de Toekomst (BvdT) in Lelystad in 2026 tijdelijk stilgelegd. Het pauzejaar zal worden gebruikt om te zoeken naar nieuwe financieringsmogelijkheden.
Andere projecten op de proeflocatie van Wageningen Plant Research in Lelystad gaan wel door, net als de recent gestarte BvdT Zuidoostelijk Zand.
Sinds de start in 2020 is Boerderij van de Toekomst in Lelystad uitgegroeid tot een herkenbare plek waar onderzoekers van Wageningen University & Research samen met boeren, bedrijven en andere betrokkenen werken aan vernieuwing van de landbouw. Vanuit de locatie van Wageningen Plant Research in Lelystad fungeert het project als praktijkgerichte proeftuin. Op het perceel worden innovatieve ideeën in de praktijk getest, zoals strokenteelt, vaste rijpaden voor machines en aangepaste gewasrotaties. Het doel is niet om één oplossing te vinden, maar om te onderzoeken hoe verschillende innovaties samen uitpakken op het land.
Daarnaast speelt Boerderij van de Toekomst een belangrijke rol als facilitator en ontmoetingsplek voor dialoog. Boeren, beleidsmakers, onderzoekers en andere geïnteresseerden gaan hier met elkaar in gesprek over de grote vragen waar de landbouw voor staat. Hoe kan de sector zich aanpassen aan een veranderend klimaat? Wat betekenen strengere regels en maatschappelijke verwachtingen voor het werk op het land? En hoe vertaal je nieuwe kennis naar een praktijk die economisch haalbaar blijft?
Volgens projectleider Pieter de Wolf is juist de combinatie van doen, leren en bespreken de kracht van het project. “Er is een nieuwe manier van werken nodig in de landbouw, met aandacht voor onder meer bodem, waterhuishouding, gewassen en het teeltsysteem als geheel. Boerderij van de Toekomst is een belangrijke schakel tussen praktijk en onderzoek. Hier kijken we wat werkt, waar het schuurt en waar de grenzen liggen.”
Voor Flevoland heeft het project een extra betekenis. De landbouw in deze regio heeft te maken met specifieke omstandigheden, zoals de hoge grondprijzen en toenemende bodemverdichting. “Onder diezelfde omstandigheden doen wij hier ons onderzoek,” zegt De Wolf. “Juist daarom is het ook voor de regio zeer waardevol dat we hier kunnen testen en leren.”
Pauzejaar in 2026
Door het aflopen van de subsidie en de toegenomen concurrentie binnen landelijke financieringsregelingen is voor komend jaar een deel van de financiering van het project Boerderij van de Toekomst in Lelystad weggevallen. Binnen de beschikbare rijksmiddelen konden slechts enkele projecten worden gehonoreerd, waarbij dit project in Lelystad buiten de financiering is gevallen.
Op het perceel van Boerderij van de Toekomst in Lelystad worden in 2026 daarom geen nieuwe metingen gedaan en liggen de onderzoeken stil.Op het perceel wordt een jaar lang graan geteeld als rustgewas. Wel blijven de vaste rijpaden intact, zodat het project in 2027 weer kan worden opgepakt, onder voorbehoud van nieuwe financiering.
Twee jaar geleden heeft Boerderij van de Toekomst een legaat ontvangen, waardoor het mogelijk is om ook in het pauzejaar een aantal activiteiten van Boerderij van de Toekomst in Lelystad voort te zeten. Zo zullen de onderzoekers bezoekers blijven ontvangen om hun ervaringen te delen. Het blijft dus mogelijk om kennis te nemen van de lessen uit de afgelopen jaren en om de verbinding te leggen met andere lopende projecten in de regio. Ook de voucherregeling, waarmee agrarisch ondernemers met korting gebruikmaken van kennis en faciliteiten op de proeflocatie, blijft bestaan.
Geen consequenties voor andere projecten en proeflocatie Lelystad
Het pauzejaar geldt nadrukkelijk uitsluitend voor het project Boerderij van de Toekomst in Lelystad. Andere onderzoeksprojecten op de ploeflocatie aan de Edelhertweg in Lelystad lopen gewoon door. Ook voor Boerderij van de Toekomst – Zuidoostelijk Zand, dat recent van start is gegaan, zijn er geen consequenties.
Projectleiders Pieter de Wolf en Lennart Fuchs zijn ondanks de tegenslag positief over de toekomst van het project. Wel geven zij aan dat voor een voortzetting na 2026 een andere financieringsbasis nodig is. “Het is belangrijk dat we minder afhankelijk worden van grote publieke subsidies en meer inzetten op publiek-private samenwerking,” aldus De Wolf. “We roepen bedrijven, landbouworganisaties en andere partners daarom op om mee te investeren. Tegelijkertijd vragen we de landelijke politiek om regio’s meer ruimte en middelen te geven voor gebiedsgericht beleid. Met de provincie Flevoland zijn we inmiddels in gesprek om een vernieuwde samenwerking vorm te geven.”
“De pauze in Lelystad laat zien dat dit type onderzoek kwetsbaar is,” zegt De Wolf. “Maar we zien ook hoeveel waarde er wordt gehecht aan plekken waar landbouwvernieuwing samenkomt in onderzoek, dialoog en ervaring. Die behoefte is er nog steeds.”



