Met ingang van 2022 gaan gemeenten meer regie voeren op de inburgering van statushouders. Om goed deel te kunnen nemen aan de maatschappij is voldoende kennis van de Nederlandse taal heel belangrijk. Met de nieuwe wet leren de inburgeraars de taal op B-1 niveau in plaats van het eerdere A2-niveau.
URK/NOORDOOSTPOLDER, 10-03-2022 – Op Urk en in de Noordoostpolder is gezocht naar een geschikte aanbieder voor deze lessen. Na een onderhandelingsprocedure is besloten om de samenwerking aan te gaan met het ROC Friese Poort. Op 9 maart gaan de gemeenten Urk en Noordoostpolder deze samenwerking bekrachtigen met de ondertekening van een overeenkomst.
Samenwerking met lokale maatschappelijke partners
Het ROC gaat samenwerken met maatschappelijke partners om invulling te geven aan het aanbieden van leerroutes. In de samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat het ROC Friese Poort dat doet voor beide gemeenten. Wethouder Freek Brouwer: “Deze samenwerking moet ertoe leiden dat inburgeraars op praktische wijze de Nederlandse taal leren. Bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen. Zo leer je over de Nederlandse gewoonten én pik je de taal sneller op.”
Inburgeraars ontzorgen
Nieuw binnen de wet is het financieel ontzorgen van de inburgeraar tijdens de eerste zes maanden. De inburgeraar kan zich zo volledig richten op het persoonlijke inburgeringsplan en alle praktische zaken die geregeld moeten worden.
Statushouders volwaardig laten meedoen
Het doel van deze wet is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk volwaardig meedoen in onze samenleving, het liefst via betaald werk. Deze wet stelt hogere eisen aan het te behalen taalniveau. Wethouder Hans Wijnants: “Als gemeente voeren we de regie over het inburgeringsproces. De inburgeraar blijft wel zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht. Maar vanuit de gemeente proberen we de mensen zo goed mogelijk daarbij te begeleiden. We stellen met iedereen een persoonlijk inburgeringsplan op met daarbij een eigen leerroute. Op basis van een leerbaarheidstoets en een persoonlijk gesprek volgt daaruit een combinatie van taalles en participatie. ”
