Landschapsbeheer Flevoland brengt Flevolandse vleermuizen in Lelystad en in Noordoostpolder in kaart. De komende weken zijn medewerkers bij 'nacht en ontij' op zoek.
Als de nacht valt, kruipen in Flevoland vanuit de spouwmuur of een holle boom groepen vleermuizen naar de uitvliegopening. Eén, twee, drie tot wel honderdvijftig vleermuizen verlaten hun verblijf. De voedertijd is aangebroken. Honderden, duizenden tot miljoenen muggen, vliegen, kevers en motjes worden in de kaken van deze vleermuizen vermalen.
Vleermuizen zijn er in alle soorten en maten. In totaal vliegen er in Flevoland zo’n 8 soorten rond, daarbij is de dwergvleermuis tweemaal zo klein als een laatvlieger. De meeste Flevolandse soorten verblijven in de zomerperiode in huizen. De open spleetjes tussen de voegen kunnen voldoende zijn om doorheen te kruipen richting spouw.
Andere soorten bewonen liever de ruimte onder de dakpannen. Soorten die zomers in holle bomen (bijvoorbeeld spechtengaten) slapen zijn in Flevoland schaarser. Daarvoor zijn veel van de bossen van Flevoland nog iets te jong en zitten er te weinig holtes in de bomen.
In de zomer zitten de mannetjes en vrouwtjes gescheiden van elkaar. De mannetjes leven in groepjes van 1-5 dieren, de vrouwtjes vormen grote groepen: 25-150 dieren. De vrouwtjes krijgen in juni hun ene jong en dan heet zo’n grote groep dieren een kraamkolonie.
Landschapsbeheer Flevoland brengt deze Flevolandse vleermuizen in Lelystad en in de Noordoostpolder in kaart. De komende weken zijn de medewerkers bij 'nacht en ontij' weer op zoek naar slaapplaatsen en kraamkolonies van vleermuizen.
Dus komt u in het donker iemand tegen op de fiets met een batdetector in de hand, dan weet u wat er aan de hand is. En mocht u in uw eigen huis onderdak bieden aan vleermuizen, dan hoort Landschapsbeheer Flevoland dat graag.