Urgenda: ‘2030 energieneutraal, het kán als je het wilt’

“De urgentie is voor jullie wel duidelijk.” Dat zegt Marjan Minnesma, directeur Urgenda over het gestelde doel om in Noordoostpolder in 2030 energieneutraal te zijn. Was het overal maar zo.

Minnesma is medeoprichter van Urgenda, een samentrekking van Urgente Agenda. In 2007 opgericht om de verduurzaming in Nederland te helpen versnellen. Niet alleen door erover te praten, maar ook door concrete projecten te initiëren. Hierbij wordt samengewerkt met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren.

Ze was maandagavond 12 maart gastspreker bij een bijeenkomst van Netwerk Noordoostpolder Energieneutraal (NNE) bij Eigen Wijze in Bant. Bij het NNE zijn inmiddels vijftien partijen aangehaakt, die samen een brede maatschappelijke betrokkenheid vertegenwoordigen. Die betrokkenheid bleek duidelijk uit het aantal aanmeldingen voor de bijeenkomst. De zaal zat met 110 aanwezigen vol en een aantal belangstellenden moest worden teleurgesteld.

‘Achter Parijs staan’

Dat de drive om in 2030 energieneutraal te zijn in Noordoostpolder aanwezig is, is Minnesma wel duidelijk. “Maar ik wil jullie ook wat munitie meegeven, want er zijn nog steeds mensen die zeggen dat 2030 niet haalbaar is.” Er zijn volgens haar niet veel gemeenten die net als Noordoostpolder aansturen op 2030, ook de rijksoverheid houdt nog steeds vast aan 2050.

“Wat dat betreft ben ik blij dat veel landen achter ‘Parijs’ zijn gaan staan. Daarmee zeggen ze dat de temperatuur niet twee graden mag oplopen boven die van 1850, maar anderhalve graad. Dat is positief, want dat halve graadje is enorm in al zijn consequenties. Maar ik denk niet dat Rutte en andere regeringsleiders doorhadden wat ze tekenden toen ze met z’n allen achter Parijs gingen staan. Heel veel vertalen dat akkoord in een CO2-reductievoorstel van veertig procent in 2030. Maar dat is het niet! Het betekent dat we onder de anderhalve graad bijven en dat is een veel sneller pad dan wat politici nu denken.”

CO2-uitstoot blijft stijgen

Minnesma zette haar stelling kracht bij met een grafiek waaruit blijkt dat de hoeveelheid CO2-uitstoot nog steeds stijgt. “In 1990 was Nederland oprichter van het klimaatverdrag, maar we hebben de CO2 in al die jaren niets naar beneden gebracht. Alle mooie verhaaltjes in Den Haag ten spijt, het schiet niets op! Als we zo doorgaan zitten we in 2021 op een punt dat we zoveel hebben uitgestoten dat die anderhalve graad niet meer te voorkomen is.”

Als 2050 als streefdatum wordt vastgehouden, zal de temperatuur op aarde volgens de grafiek dan drie graden zijn opgelopen in plaats van anderhalf. “Er zijn experts die zeggen: ‘Dat is dan niet te voorkomen, maar we kunnen daarna de CO2 uit de lucht halen’. Eén manier is door bomen te planten. Maar om de temperatuurstijging van twee naar anderhalve graad terug te brengen, moet je alle landbouwgronden op aarde al volplanten met bomen. Dat is niet realistisch.”

Waar een wil is…

Aan 2030 vasthouden voor 0-emissie is bittere noodzaak. “Maar als we het écht willen, dan kan het!”, zegt Minnesma. “Experts die vier jaar geleden nog heel sceptisch waren over het vermogen van windmolens of elektrisch zwaar vervoer, zijn nu totaal omgeslagen. 70 procent van de raadsleden zegt nu dat duurzaamheid in hun top drie staat. Dat was vier jaar geleden nog heel anders.”

Bebouwd gebied

De vijf themagroepen van de NNE hebben tijdens de bijeenkomst zestien visies gepresenteerd van projecten die zij willen oppakken om de energietransitie te versnellen. De themagroep ‘bebouwd gebied’ gaat onder meer een warmteplan opstellen. Inwoners worden gestimuleerd om mee te doen en krijgen informatie over financieringsmogelijkheden, leningen en subsidies. Om inzicht te krijgen in hoe het moet en hoe het beter kan wordt in een wijk of dorp een kansrijk project opgestart.

“Om alle lokale initiatieven aan elkaar te verbinden, zoeken we een coördinator”, zegt Ineke Leijten, “bij voorkeur een netwerker uit de Noordoostpolder”. Ze doet verder een beroep op draagvlak vanuit de politiek, regie van de gemeente wat betreft ambitieuze doelstellingen en de beschikbaarstelling van financiële middelen.

Mobiliteit

De groep ‘mobiliteit’ kijkt naast elektrisch vervoer naar rijden op waterstof, vooral wat betreft het zware transport. “Waterstof is een kip-eiverhaal”, zegt Dirk Bernhard. “Omdat er geen voertuigen op waterstof zijn, is er dus ook geen pompstation. Maar er is geen pompstation, omdat er geen voertuigen zijn. Wij gaan kijken of er mogelijkheden zijn om een waterstoftankstation naar de polder te krijgen.”

“We gaan kennis en informatie vergaren en businessmodellen uitzetten. Lokale projecten die er al zijn, zullen we beter in kaart moeten brengen. Daarnaast gaan we bekijken wat er elders in het land gerealiseerd is. We hoeven het wiel niet twee keer uit te vinden.”

Glastuinbouw

René Wouters en Bram Bernhard willen allereerst uit de wereld hebben dat de glastuinbouw grootverbruiker is van fossiele energie. “Wat mensen zien bij de kassen zijn schoorstenen, maar er wordt gewoon energie opgewekt.” Waar de Maximacentrale 59 procent rendement haalt uit fossiele energie “en de rest in het IJsselmeer loost”, zouden de nieuwste WKK’s, volgens de glastuinders, zelfs meer dan honderd procent rendement hebben. Daarnaast wordt de uitstoot (broeikasgas) rechtstreeks de kassen ingeblazen.

Van de 42 miljard kuub gasverbruik in Nederland per jaar wordt 12,8 miljard gebruikt om stroom op te wekken. Het aandeel van de WKK’s is 2,4 miljard kuub. 0,7 miljoen kuub gas wordt nog traditioneel in de ketels van de kassen verstookt. “We gaan er keihard aan werken om dat op te lossen”, aldus Bernhard. Wat de themagroep betreft, zouden – om de energietransitie in te zetten – de WKK’s de rol van steenkool- en aardgascentrales over moeten nemen. “Centrales moeten stroom over lange afstand vervoeren waardoor je verlies krijgt. Beter is het om de energie decentraal op te wekken.”

Wat betreft verduurzaming zetten de tuinders in Luttelgeest in op aardwarmte van zo’n 70 graden op 2 kilometer diepte. Hoogweg boort al naar warmte. Bernhard en Tas beginnen volgende week gezamenlijk met de eerste brontesten. “Het tweede project is de aanleg van een warmtecircuit. Hoogweg is voldoende groot om de warmte zelf af te nemen. Wij zijn het niet, dus ik heb samenwerking gezocht met Tas. Wij willen een soort warmterotonde door het tuinbouwgebied te maken waarop zoveel mogelijk collegakwekers aan kunnen sluiten.”

Voor de energie die nodig is om de aardwarmte op te pompen, zetten de tuinders in op zonnecellen op het land en zo mogelijk drijvende panelen op de waterbassins.

Landbouw

De themagroep ‘landbouw’ is begonnen met de projectvisie energie besparen. “Door tenminste dertig procent van de individuele landbouwbedrijven besparingen te laten uitvoeren, kunnen we duidelijk in kaart brengen wat het potentieel is”, zegt Dammie Hulsebosch. “Als het economisch rendabel is, gaan we de hele sector adviseren over energiebesparende maatregelen die op korte termijn uit te rollen zijn. Zaken als asbestsanering en brandveiligheid van opstallen kunnen ook daarin worden meegenomen, waardoor je een nog breder raakvlak krijgt.”

Daarnaast zet de themagroep in op het opwekken van wind- en zonne-energie en de opslag daarvan. “Het zou mooi zijn als we samen met de netwerkbeheerder, de energieproducent en lokale marktpartijen een systeem kunnen ontwikkelen dat afname van stroom reguleert aan de hand van aanbod op het netwerk.”

Thermische accu

Een ‘slim netwerk’ moet ervoor zorgen dat koelingen gaan draaien op momenten dat er veel zonne-energie wordt aangeboden. “Stel dat een product bewaard moet worden op vier graden, maar je hebt de kans om het terug te brengen naar 3,5 als er veel aanbod is en op te laten lopen naar 4,5 als er te weinig aanbod is, dan kunnen we al die bewaarplaatsen gaan gebruiken als een thermische accu. Dat wordt heel interessant, daar zijn we van overtuigd.”

Wat betreft windenergie zou het voor agrariërs mogelijk moeten zijn om een windvanger te plaatsen met een tiphoogte van maximaal 20 meter. “Je kunt je voorstellen dat die heel goed in de windsingel geplaatst kan worden. Tussen de bomen hoeft het niet extreem op te vallen. Er zijn zelfs modellen die eruit zien als een boom.”

De themagroep ziet tevens mogelijkheden in het opslaan van wind- en zonne-energie, door deze om te zetten naar waterstof. “In de zomer hebben we weinig afname van energie, maar dan schijnt de zon het meest. Als we die energie omzetten naar waterstof kunnen we daar in het seizoen onze trekkers op laten rijden. We zijn ons ervan bewust, dat het een hele dure techniek is, maar we staan open voor ideeën.”

Grootschalige opwek en opslag

Ed van der Berg is spreker namens de themagroep ‘grootschalige opwek en opslag’: “We zijn op pad gestuurd met de opdracht energiekosten te verlagen voor inwoners, mogelijkheden te creëren voor het MKB, een bijdrage te leveren aan het gebied en aantrekkelijke vergoedingen voor grondeigenaren te regelen”.

“Maar we hoorden ook achterliggende zaken zoals: het is onze polder, we bepalen het zelf en we hebben geen behoefte aan cowboys. We gaan het zelf oplossen, willen het leefbaar houden en we willen dat revenuen lokaal terechtkomen. Met die opdracht zijn wij aan de slag gegaan.”

Inzet is een grootschalig zonnepark in Noordoostpolder. In eerste instantie gericht op gebieden tussen de windturbines langs de dijk. Een deel daarvan in de vorm van postcoderoosprojecten (PCR) en een deel vanuit de stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE).

“Het idee is nu om ook ieder dorp zijn PCR te geven. We hebben een model bedacht waarbij je zonder investering kunt meedoen en toch korting krijgt op je energierekening. Dat hebben we getoetst bij belastingdienst. Het is mogelijk en kan ook nog op grote schaal.” Voor het vergroenen van bedrijven zijn er zogeheten GVO’s, garanties van oorsprong.

“Ondernemers kunnen eigenaar worden door certificaten of aandelen. De overwinst daarvan wordt ingezet voor een fonds dat we gaan inzetten voor de omgeving. Voor de besteding zoeken we een institutionele partner, bijvoorbeeld een woningbouwcorporatie die weet waar de pijnpunten liggen in de samenleving.”

Door het windpark heeft Noordoostpolder al een eigen hoogspanningsaansluiting waarop ook het zonnepark kan worden aangesloten. “Het is mogelijk om hier op grootschalige manier waterstof te gaan produceren”, zegt Van der Berg. “Je zou hier prachtig de eerste proefinstallatie op land kunnen maken. Waterstof is zeker een toekomstig scenario en daar zouden we hier in Noordoostpolder voorloper van kunnen worden.”

Voortrekkersrol Noordoostpolder in energietransitie

Energiecommissaris Ruud Koornstra was gastspreker bij de aftrap van de NNE in juli 2017. Hij volgt de ontwikkeling met belangstelling en was maandag ook aanwezig. “Vorige keer heb ik een diepe buiging voor u gemaakt voor de ambitie om in 2030 een schone energiehuishouding te hebben. Afgelopen jaar hebben wij met pensioenfondsen, overheid en wetenschap om tafel gezeten om Nederlands vernuft, Nederlands ondernemerschap en Nederlands geld bij elkaar te brengen voor de hogere doelen waar wij voor staan. Die gaan naar degenen die de hoogste ambitie uitspreken en u hoort daarbij. Ik heb uw voorbeeld de laatste jaren bij de minister en op andere plekken genoemd. In Noordoostpolder doen ze het gewoon!”

Waterstof in poedervorm

Wat betreft de ambitie van meerdere themagroepen om schone energie om te zetten naar waterstof, geeft Koornstra de tip: “Er is een Nederlands MKB-bedrijfje dat waterstof in poedervorm maakt. Water en een beetje katalysator erbij en je hebt gas. Ik adviseer u: ga poeder produceren!”

Tekst: Margé Hof

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen