Ga in juli eens op zoek naar de rups van de teunisbloempijlstaart. Weet u een teunisbloem, wilgenroosje, basterdwederik of kattenstaart te staan, let dan eens goed op of u daarop deze rupsen kunt vinden. De bruin gestreepte rups is opvallend groot en hij heeft een gele stip met een zwarte rand op zijn achterlijf.
FLEVOLAND, 19-07-2021 – In 2019 rond deze tijd vond een bewoner in Almere een grote, bruine rups. Het bleek de rups van de teunisbloempijlstaart te zijn, een bijzondere en zeldzame nachtvlinder. Wat het extra bijzonder maakt, is dat dit de eerste vondst was van deze soort in Flevoland. In 2020 zijn ook rupsen gevonden in Flevoland, een in Lelystad en een in Dronten. Ook in Almere Hout is in 2020 een rups gevonden. De soort lijkt dus bezig aan een opmars in Flevoland. Misschien is er zelfs wel ergens een populatie in Flevoland? En is er gewoon nooit goed gezocht? Terwijl er wel veel
teunisbloemen en kattenstaarten bloeien in Flevoland. En ook op harig wilgenroosje en op basterdwederik kun je de rups vinden. Daarom roept Landschapsbeheer op om deze plantensoorten goed te bekijken en waarnemingen van de rups te melden via www.waarneming.nl of door te mailen naar [email protected].
In mei en juni, in de schemering, vliegt de groene teunisbloempijlstaart. Deze nachtvlinder legt eitjes op planten waar de rupsen graag van eten (waardplanten). Eerst zijn de rupsen heel klein, maar door veel te eten groeien ze snel. Daarom is juli een goede maand om te zoeken; de rupsen zijn nu redelijk groot en goed te vinden. De rups verpopt zich op de grond en overwintert verstopt in het strooisel.
In Nederland komen meer soorten pijlstaartvlinders voor. De familienaam hebben zij te danken aan het feit dat zij als rups een ‘staartje’ hebben op het uiteinde van hun lichaam. De teunisbloempijlstaart is de enige uitzondering; het staartje ontbreekt bij deze soort. In plaats daarvan heeft hij die opvallende, gele stip op zijn achterlijf.
