Vogelfotoboek Cultuurbijlage 0001

Foto: ©Vogelfotoboek

“Met trots presenteert uw favoriete vogelglossy haar allereerste Cultuurbijlage. Ter verheffing in de vaart der volkeren. Moet lukken!”, Met kunstminnende groet, Uw vogelfotograaf

Jazeker, na het in vijfvoud verschenen experimentele nummer 000095 ontvangt u hierbij alweer de tweede bijlage en het is geenszins zeker dat het daarbij blijft! Het zag er lang naar uit dat dit een operabijlage zou worden, maar de mens leeft niet bij opera alleen.

Wij vogelaars hebben tijdens een lockdown natuurlijk het grote voordeel dat we onze hobby ook thuis kunnen uitleven. We hoeven alleen maar voor het raam te gaan staan en naar buiten te kijken. Desnoods lokken we het vliegvolkje naderbij met versnaperingen.

De kans is reëel dat u volledig opging in uw liefhebberij. Mensen die een dergelijke vrijetijdsbesteding jammerlijk ontberen in hun leven, moesten zich behelpen met minder tot de verbeelding sprekende bezigheden. Met het lezen van klassieke meesterwerken bijvoorbeeld. Heeft u iets gemist? U leest het in deze Cultuurbijlage.

De beeldende kunst is dezer dagen volop in het nieuws, zij het niet zozeer het creëren of bewonderen ervan, als wel het neerhalen. Wat moet er met al die vrijgekomen sokkels gebeuren? Het Vogelfotoboek heeft wel een suggestie.

En dan ook nog opera! Maar eerst… de post.

Dhr. Wim S. reageerde op de e-mail van meneer James A. die in Filmbijlage 0005 te lezen stond. Dhr. James gaf daarin te kennen dat er familie van het Vogelfotoboek was komen te overlijden. Schokkend nieuws dat een heel klein beetje verzacht werd door een erfenis van $ 13.580.000,00. Meneer Wim:

heerlijk zo’n onzinmail over miljoenen. Ken je de conferences van James Veitch hierover?: 

Kleine waarschuwing: je blijft kijken… Spam kan zowaar vermakelijk zijn.

Meneer Jan en mevrouw Jo schreven: Theo, dat was een pracht filmpje! Bedankt.
Met uw welnemen sluis ik uw bijval linea recta door naar de abonnees die het filmpje inzonden.

Sommige lezers van dit vogelorgaan zijn al te bescheiden. Zo beweert dhr. Otto plompverloren dat hij geen fotograaf is. Oh nee? En deze foto dan?


Waar menig vogelfotograaf slechts oog voor het buitengebeuren heeft, richtte dhr. Otto zijn camera op een etalage en wees ons op de gelijkenis tussen deze ex-goudfazant en de baas van Amerika, dhr. Donald. Treffend!

Het is alweer enige tijd geleden dat meneer Otto ons verraste met deze kiek. Ditmaal verrast hij ons met het volgende:

Ha Theo,
Onderstaand bericht heb ik geplant in drie vogelfotogravenfaceboekgroepen waar Eric van H. mij lid heeft gemaakt. Als de beheerders het doorlaten lezen de leden van die groepen het volgende:
Hallo groepsgenoten,
Zelf ben ik geen fotograaf, maar ik kan wel erg genieten van al jullie fantastische foto’s. Daarom maakte een goede vriend, Eric van H., mij lid van deze groep. Om wat terug te doen, wil ik jullie allemaal de mogelijkheid geven je gratis te abonneren op het onregelmatig verschijnende Vogelfotoboek van Theo Gaasbeek. Ik denk niet dat hij jullie kan verrassen op fototechnisch gebied, maar mogelijk wel met zijn bijzondere haakse kijk op het hele vogelgebeuren. Die hij vastlegt in een digitale nieuwsbrief. Proberen? Mail even naar [email protected] zodat hij je naam en je e-mailadres heeft.
Nogmaals dank voor al jullie prachtige foto’s,
Otto Treurniet

Die groepen hebben momenteel in totaal 35.061 leden, als volgt verdeeld:
Polder in beeld (429)
Vogels in Nederland (10.759)
Roofvogels en uilen in het wild (23.873)


Polder in beeld

Wel wel wel, welk een verheugend initiatief meneer Otto! En het lijkt erop dat uw actie meteen al succes heeft, want wij mogen twee nieuwe abonnees noteren. Dhr. Steven vraagt:
Beste Theo,
Kun je mij toevoegen aan je digitale nieuwsbrief?
Alvast dank.

En mevrouw Hanneke mailt haar naam en e-mailadres. Van harte welkom meneer Steven en mevrouw Hanneke!!

Als ik ervanuit mag gaan dat u beiden gehoor heeft gegeven aan de oproep van meneer Otto, dan geldt hier ongetwijfeld de oudhollandse zegswijze: Als er twee schapen over de dam zijn, volgen er algauw nog 35.059. We wachten het rustig af.

Meneer Willem laat weten dat hij zijn merelproject heeft afgerond. Als finishing touch voorzag hij de vogel van een gele snavel:


Hij lijkt me sokkelwaardig, meneer Willem. Ik zou bijna zeggen: kies maar een mooie sokkel uit. Black lives matter en dat geldt ook voor deze flierefluiter. Ik weet niet of meneer James die 13.580.000,00 dollar al heeft overgemaakt, maar dan zou u er wellicht eentje in brons kunnen laten gieten.

Een vogel als standbeeld roept allicht minder weerstand op dan zo’n ouwe slavendrijver. Want vogels denken niet zwartwit. Probeer zoiets als discriminatie op grond van huidskleur maar eens uit te leggen aan een ekster, een kuifeend of een kievit:


“Huh?!?”
Lukt je niet!

Mevr. Hannah schrijft: Een vriendin van mij op facebook heeft een video van een jonge slechtvalk op haar vensterbank, gave beelden!

Ik heb gevraagd of ik het filmpje mag delen. Hier alvast de filmposter. Duidelijk is al wel dat men ook voor het spotten van roofvogels niet de deur uit hoeft.

Hoog tijd weer eens wat aandacht aan literatuur te besteden. We doen dat aan de hand van de Corona Top 3. Drie boeken die de afgelopen tijd massaal werden gelezen omdat ze een beeld schetsen van het leven in quarantaine. De vraag die voor ons centraal staat is uiteraard: wat hebben deze werken de vogelliefhebber te bieden?

De Corona Top 3

We beginnen met nummer 3: De stad der blinden van dhr. José Saramago. In deze roman uit 1995 maken we kennis met een uiterst besmettelijk virus dat blindheid veroorzaakt, een handicap die elke rechtgeaarde vogelspotter koude rillingen bezorgt. Een aantal slachtoffers wordt onder bewaking van het leger in een leegstaand gebouw opgesloten. Op een gegeven moment bereiken hen alleen nog berichten uit de buitenwereld via een transistorradiootje. Menigeen belieft een moppie muziek te horen, maar de eigenaar van de radio meent de batterij te moeten sparen door uitsluitend naar nieuws over de pandemie te luisteren.

Tja, lieve lezers en -essen, wij weten inmiddels wel beter. Wie het nieuws over een pandemie wil volgen, moet z’n transistor juist permanent aan laten staan. Ondertussen komt niemand op het idee de kennelijke behoefte aan muziek te bevredigen door op de binnenplaats of in de achtertuin van vogelzang te gaan zitten genieten. Dit soort missers maken het verhaal wel erg onwaarschijnlijk.

Pas aan het eind van het boek duiken er een paar vogels op. Helaas ziet de auteur geen kans zich te revancheren. Met de kippen die meneer José op de valreep introduceert, loopt het bijzonder slecht af. Afgezien van dit pluimvee stuiten wij nog slechts op een raaf, die zich evenwel buitengewoon ongepast gedraagt. Daar moeten we het mee doen.

De kippen hadden liever niet gefigureerd in De stad der blinden…

Snel verder met nummer 2: Decamerone van dhr. Giovanni Boccaccio. Dit boek dat halverwege de 14e eeuw werd geschreven, schetst niet zozeer een intelligente als wel een elitaire lockdown. In Florence breekt de pest uit, waarop een tiental vlotte jongelui besluit de stad te ontvluchten, want waarom zouden ze niet “naar een landgoed trekken zoals ieder van ons er in overvloed heeft?” Door die vermaledijde pest moeten zij het hoofd breken over kwesties als: welke van al die landgoederen biedt de meeste luxe en comfort, en de best voorziene wijnkelders? Hoeveel personeel moeten we vooruitsturen om kwartier te maken en hoeveel personeel hebben we nodig om alle koffers te dragen? Maar voor de heren is zo ongeveer het grootste ongemak van de epidemie toch wel dat men tijdelijk moet afzien van… de vogeljacht!

Over de pest vernemen we algauw niks meer. Bij gebrek aan betaal-tv en sociale media amuseren de hoofdpersonages zich door elkaar verhalen te vertellen. In die verhalen duiken wel degelijk nu en dan vogels op. Maar of het nou om een kip gaat, een valk of een kraanvogel, ze eindigen allemaal in de pan, waarna ze met smaak worden verorberd.

Het vierde verhaal dat op de vijfde dag van de quarantaine wordt verteld, vormt de enige uitzondering. Een nog thuiswonende jongedame vraagt toestemming aan haar ouders om de nacht op het balkon te mogen doorbrengen. Binnen komt ze moeilijk in slaap, buiten zal ze vanzelf wegdoezelen bij het gezang van de nachtegaal. Voorwaar een overtuigend argument. Het blijkt echter een smoes. Op het balkon heeft ze een rendez-vous met haar minnaar en denk maar niet dat ze samen naar de nachtegaal gaan zitten luisteren. Citaat: “Na elkaar talloze malen innig te hebben gekust, vlijden ze zich op het bed neer en verwenden elkaar de hele nacht dermate dat ze de nachtegaal meer dan eens lieten zingen.”

De nachtegaal voelt zich misbruikt als metafoor…

Vestigen we onze hoop op nummer 1: De pest van dhr. Albert Camus. Het onderwerp van dit boek uit 1942 wordt al enigszins weggegeven door de titel. Ook hier een stad waar de pest uitbreekt. De bewoners gaan er niet vandoor, want ze worden allemaal opgesloten gehouden binnen de stadsmuren. In deze roman is de pest geen aanleiding een gezellige logeerpartij te organiseren maar een gruwelijke, zeer besmettelijke ziekte. Dat de aanpak van meneer Albert anders is, zie je meteen:


Bij meneer Albert geen ronkende aanprijzingen achter op boek. In plaats daarvan geeft hij ons op een verrassende manier het advies mee ook onder barre omstandigheden de persoonlijke lichaamsverzorging niet te verwaarlozen:


Met De Pest vestigde dhr. Albert definitief zijn naam als literator

Dhr. Albert onderkent ook beter de dramatische mogelijkheden van bepaalde situaties. Waar dhr. José de kans laat liggen om uit te wijden over vogelspotters voor wie er plotseling geen vogel meer te spotten valt, geeft meneer Albert er blijk van te beseffen hoe afgrijselijk het moet zijn geweest dat Athene ooit tijdens de pest geheel en al werd verlaten door… de vogels.

Honderd pagina’s verder lezen we dat zich boven Oran – de stad waar het boek zich afspeelt – zwijgende zwermen spreeuwen en lijsters vertonen, die uit het zuiden komen aanvliegen maar snel rechtsomkeer maken. Het zijn dit soort indringende beelden die de roman optillen naar een hoger niveau en de bittere ellende invoelbaar maken. Wel jammer dat het bij deze twee beelden blijft en dat ze niet verder worden uitgewerkt. In ieder geval kunnen we zeggen dat De pest twee veelbelovende aanzetten bevat.


De spreeuw en de lijster hadden er toch iets meer van verwacht…

Al met al geloof ik niet dat u één van deze drie boeken in huis hoeft te halen met het oog op een tweede golf. Vanuit ornithologisch oogpunt bezien schenkt geen van de drie ons de voldoening die men van een meesterwerk mag verwachten. Ik kan evenwel niet geheel uitsluiten dat de besproken werken andere kwaliteiten herbergen, met name op letterkundig vlak. Tenslotte werden twee van de drie auteurs onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur en dat kunnen lang niet al onze abonnees hen nazeggen. Ik neem echter aan dat u eieren voor uw geld kiest. Vogeleieren wel te verstaan.

Genoeg over literatuur. Laten we ons liever bezighouden met een kunstvorm die ook door onze favoriete diersoort beoefend wordt. Het is alweer een tijdje geleden dat mij een filmpje werd toegestuurd door dhr. Mannus en mevr. Tinie. En het is slechts iets minder lang geleden dat ik hetzelfde filmpje kreeg toegestuurd door mevr. Panda. Dank allen!!! Het gaat hier om een wel heel bijzondere uitvoering van een duet uit Mozarts opera Die Zauberflöte. Klikken, ik mocht het vroeger nooit, maar als ik u was zou ik het gewoon doen:

Bird Song Opera from ShakeUp music & sound design on Vimeo.

In de volgende Cultuurbijlage: moderne dans!

Tekst: Theo Gaasbeek

Dossier: Vogelfotoboek
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen