Veel gemeentelijke gebouwen, scholen en wegen in de Noordoostpolder zijn in een korte tijd na de Tweede Wereldoorlog gebouwd en aangelegd. Ze zijn betaald door het Rijk en om niet overdragen aan de gemeente.
De gemeente is echter wel verantwoordelijk voor vervanging, renovatie en onderhoud van die gebouwen en wegen.
De rekenkamer heeft onderzocht op welke manier de gemeenteraad grip en zicht heeft op de vervanging, de renovatie en onderhoud van de gebouwen die onder de zorg van de gemeente vallen. In een latere fase komt de rekenkamer ook met een rapport over de vervanging en onderhoud van de wegen in de gemeente.
In het afgeronde onderzoek naar de gebouwen concludeert de rekenkamer dat de door de gemeente gebruikte systematiek om te voorzien in vastgoed (VIV) een krachtig instrument is waarmee de raad inzicht heeft in de vervanging, renovatie en het onderhoud van het vastgoed.
Wel plaatst de rekenkamer een aantal kanttekeningen. In de informatie aan de raad ontbreekt het aan overzicht en samenhang met de volledige vastgoedportefeuille. Niet alle gemeentelijke gebouwen zijn financieel geborgd in het overzicht en de gevolgen van nieuwe beleidskeuzes zijn niet altijd duidelijk en vertaald naar een degelijke financiële dekking.
De rekenkamer geeft de raad een aantal aanbevelingen. Waaronder de navolgende: Neem alle vastgoed die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt op in het vastgoedoverzicht en vertaal de financiële gevolgen daarvan.
Wees helder naar de raad bij beleidswijzigingen. Zorg voor structurele financiële dekking voor die wijzigingen.
Ga als raad en college in gesprek over het onderscheid tussen gebouwen met een wettelijke taak en de gebouwen waar de gemeente een vermeende beleidsvrije keuze heeft.
Het rapport van de rekenkamer wordt besproken in de commissievergadering BFE van 15 oktober 2024. De oordeelsvormende bespreking is tijdens de commissievergadering van 2 december.
Rekenkamers zijn bij wet ingesteld en ondersteunen de gemeenteraad door het doen van onderzoek binnen het domein van de gemeente naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. Zij zijn onafhankelijk en trekken op basis van het onderzoek conclusies en doen aanbevelingen aan raad en college van B&W.