Vogelfotoboek 000095E

Foto: ©Vogelfotoboek

Gezien de vliegensvlug groeiende populariteit van het vogelkijken durft Theo Gaasbeek niet langer te wachten met deel E van het experimentele nummer 000095. Doe er uw voordeel mee!

Waarde vogelaars en -ters,
Wij vervolgen ons experimentele nummer 000095 met nadere berichtgeving betreffende de vetbol, afgewisseld met ingekomen stukken. Zoals u zonder twijfel nog helder voor de geest staat stortte ik mij in een nieuw avontuur door de vetbollen op mijn balkon niet langer aan te bieden in een plastic netje doch middels een keukenattribuut dat door de één ‘klopper’ wordt genoemd, terwijl een ander de aanduiding ‘garde’ prefereert. Het Vogelfotoboek laat u daar geheel vrij in. Ofschoon het er alle schijn van had dat de bollen met smaak werden gesavoureerd, gezien de snelheid waarmee ze in omvang afnamen, zag ik zelden een vogel zich aan de lekkernij verlustigen. Een raadselachtige gang van zaken die ik eerst na verloop van tijd wist op te helderen. Maar eerst (een deel van) de post!

Mevrouw Ineke R. gaf blijk de volgende overtuiging te zijn toegedaan:
Beste Vogelfotoman,
Naast het fabel van de haas en de schildpad, de vos en de raaf of de krekel en de mier zou het fabel van de kemphaan en het paapje ook best eens verteld kunnen worden. Hier al vast wat illustraties.

Wel, ik denk er nog even over na, mevr. Ineke. Hier alvast een kemphaan:

Dhr. Otto komt met verheugend nieuws:
Nieuwe abonnee voor het Vogelfotoboek heb ik voor je: Eric van H. (Schoonhoven). Hij is een begenadigd hobbyfotograaf die vogelplaatjes maakt waar elke professional zich de vingers bij zal aflikken. Kijk maar op zijn facebookpagina 
Dank meneer Otto en welkom meneer Eric!! Fraaie vogelkiekjes inderdaad. Dhr. Eric steekt me waarachtig welhaast naar de kroon…!

Goed. Wat was het geval? Het geval was dat er uitsluitend van de vetbollen werd gegeten als…

…de pindakaas tijdelijk niet bereikbaar was. Zodra de concurrentie was opgehoepeld nam men ogenblikkelijk diens plaats in. Om een vetboleter op de gevoelige plaat vast te kunnen leggen, was kortom een hoge mate van alertheid geboden. Er was evenwel een praktischer oplossing.

Dhr. Bas schrijft ons:
Mijnheer Theo,
Het vogelfotoboek blijft maar beter worden!
Om de nestelende vogelvrienden te helpen heb ik een bakje met het uitgeborstelde wolhaar van mijn trouwe viervoeters buiten gezet zodat ze naar hartelust nestmateriaal kunnen hamsteren.
Buitengewoon attent, meneer Bas!

Om meer aandacht af te dwingen voor de vetbol volstond het om de verstrekking van de pindakaas resoluut te onderbreken. De grote bonte concludeerde prompt dat hij niets meer te zoeken had op mijn balkon, maar anderen toonden zich minder kieskeurig.

Tja, een fabel… Was er een te vinden waarbij de foto’s van mevrouw Ineke als illustraties konden dienen? Ik vond alleen dit:

De in 1727 “ter Drukkerye van Imant en Niemant” van de pers gerolde “Fabel van de kraai, katuil, koekoek, kerkuil, kokmeeuw, kemphaan, houtsnep, raave en reiger”. Vogels genoeg doch ieder spoor van het paapje ontbreekt. Toch zou ik de fabel hier hebben gereproduceerd… als het niet zo’n slap verhaaltje was geweest met een moraal waar de broek spontaan van tot op de enkels zakt. Ik denk er nog even verder over na, mevr. Ineke. Hier alvast een paapje:

Bij ontstentenis van pindakaas nam de belangstelling voor de vetbollen gestaag toe.

Waarmee onomstotelijk werd bewezen dat het vogelvolk geen enkel bezwaar aantekent tegen gebruiksvoorwerpen als de garde dan wel klopper. Zolang er maar wat te bikken valt.

Per WhatsApp bereikte ons een noodkreet van mevrouw Lucinda:
Theo……help☹
Dit kleine ding zit nu in onze tuin. Het nest in de coniferen, zoals bijna elk jaar. Heel leuk, op zich. Maar niet met twee katten. De papa merel is geregeld in paniek en dat is ook niet geweldig voor hen en ons! Het lijkt dat dit jong iets te vroeg uit het nest is. Zit nog in de nestveren. De katjes heel lang binnen houden is ook zowat. Is het mogelijk hem terug in het nest te plaatsen?
Het bericht ging vergezeld van een foto die ik evenwel niet naar mijn laptop overgeheveld krijg. In plaats daarvan een tekening van papa, gemaakt door meneer Willem:

Welzeker is het mogelijk jonge merels terug in het nest te plaatsen. Het is echter onbegonnen werk het jonge grut aan het verstand te peuteren dat ze daar dan ook een tijdje moeten blijven. Ze zijn veel te nieuwsgierig om te wachten met het verkennen van de omgeving tot ze kunnen vliegen. Daarmee nemen ze grote risico’s, maar welgemeende waarschuwingen slaan ze achteloos in de wind. Terugplaatsen is al met al een tamelijk zinledige bezigheid.
Merels lossen het geschetste probleem op door veel kleintjes te krijgen en in te calculeren dat slechts een bescheiden aantal de leeftijd der volwassenen bereikt – een procedé dat bij de mensheid in de loop der geschiedenis aan populariteit heeft ingeboet.

Ook het opschalen naar twee vetbollen wierp wel degelijk zijn vruchten af.

Heb ik net een mereltekening van dhr. Willem ingevoegd, krijg ik een e-mail van diezelfde heer Willem:
Hoe is het er mee? Goed neem ik aan. We zien gtegelmstig het vogelboek. Ik heb een vogel gemaakt met Jannie haar broer. Ik heb hem getekend en hij gezaagd en in elkaar gezet. Groet Willem.

Nou weet ik niet helemaal zeker wat u met gtegelmstig bedoelt, meneer Willem, maar ik gok erop dat u uw instemming betuigt met de toegenomen verschijningsfrequentie van dit vogelmagazine.

In een PS schrijft onze gewaardeerde abonnee: Het is een merel. Lijkt me ook wel wat voor mevr. Lucinda. De merelkuikens kunnen allicht bescherming zoeken bij een dergelijk uit de kluiten gewassen exemplaar, mochten de katten kwaad willen. Dhr. Willem stuurde te elfder ure ook nog foto’s van de beschilderde houten merel, maar die houdt u nog even te goed.
Enfin, als er dan op het hele internet geen fabel te vinden is over een kemphaan en een paapje, dan zal ik er zelf een fabrieken. Speciaal voor mevr. Ineke, mijn allereerste abonnee. En bij wijze van experiment natuurlijk. Het Vogelfotoboek presenteert:

De/het (kiest u maar) fabel van de kemphaan en het paapje

Gefabuleerd door meneer Theo en van illustraties voorzien door mevrouw Ineke (en 1 van mij)

Er was ereis een paapje dat naarstig een onberispelijke levenswandel nastreefde. Op zekere dag, het liep tegen het einde van de vastentijd, stiet het paapje bij een ommegang door het donkere woud op een open plek met een picknicktafel. Kennelijk hadden menselijke wezens deze plek in grote haast verlaten, want boven op de tafel trof het paapje een overheerlijk puddingbroodje aan waar nauwelijks van was gegeten. Wel wel, zo dacht hij bij zichzelve, dat zal een hemelse beloning zijn voor mijn onbesproken gedrag. Juist wilde hij zijn snavel in de gele smurrie duwen, toen achter hem een krakerige stem weerklonk. ‘Hé daar, wat zijn we van plan? Afblijven, roomse gluiperd! Dat puddingbroodje is van mij.’ Met een ruk draaide het paapje zich om en keek recht in het agressieve smoelwerk van…

….de kemphaan!
‘Ik heb ‘m eerlijk gevonden,’ prevelde het paapje.
‘Maak dat de katuil wijs,’ repliceerde de kemphaan. ‘Jullie papen zijn sowieso voor geen cent te vertrouwen. Maar ik weet het goed gemaakt: we zullen erom vechten.’
‘Dat is tegen mijn principes,’ piepte het paapje, maar de kemphaan kwam reeds dreigend op hem toe, weshalve hij wijselijk besloot er vandoor te gaan. De kemphaan evenwel zette de achtervolging in en joeg het paapje achterna tot diens prille krachten hem dreigden te begeven. Zielig!

Maar net voor het tot een confrontatie kwam die het paapje mogelijkerwijs noodlottig zou zijn geworden, verscheen er totaal onverwacht een derde vogel ten tonele. Het was de vredesduif die zich er zo nodig weer eens tegenaan moest bemoeien.
‘Ik zie het al,’ zei de vredesduif. ‘Er is hier behoefte aan een onafhankelijke instantie die een gezaghebbend oordeel kan uitspreken over een gerezen dispuut. Ik stel u om beurten in de gelegenheid het woord te voeren en mij de kwestie helder uiteen te zetten zodat deze van twee kanten wordt belicht. Daarna zal ik een compromis formuleren en kunt u elk uws weegs gaan.’
Het paapje en de kemphaan deden de vredesduif uit de doeken wat de reden van de onenigheid was en de vredesduif verzonk in diep gepeins hoe dit geschil te slechten. De kemphaan wachtte de uitslag nochtans niet af. Gehoor gevend aan zijn oorlogszuchtig karakter toog hij opnieuw ten aanval en joeg het arme paapje bijkans het hele woud door. En zo kwamen ze op een gegeven moment ook weer bij de open plek met de picknicktafel. Daar hielden ze stomverbaasd halt. Wie zat daar boven op de tafel het puddingbroodje naar binnen te schrokken?

Het was de vredesduif…!!!
Nadat hij de laatste hap had doorgeslikt, liet hij besmuikt een boer en zei: ‘Er is geen enkele reden om mij zo verbijsterd aan te staren. Mijn handelwijze was slechts ingegeven door grenzeloze empathie. Ik handelde in uw beider belang door het omstreden object te doen laten verdwijnen. Want,’ en hier richtte hij zich nadrukkelijk tot het paapje, ‘de vastentijd loopt weliswaar ten einde maar is nog niet geheel gedaan.’
Het paapje trok bleek weg. Daar had hij me toch bijna een smet geworpen op zijn anders zo voorbeeldige gedrag… Eén moment van onnadenkendheid had hem fataal kunnen worden… maar dankzij de vredesduif was dat gevaar nu geweken. Timide stamelde hij een dankbetuiging.
‘Het is al goed,’ sprak de duif minzaam. ‘En dan u,’ wendde hij zich tot…

…de kemphaan. ‘Beseft u wel wat het voor uw reputatie doet indien bekend wordt dat u zich aan puddingbroodjes vergrijpt? Wie neemt u dan nog serieus als macho?’
‘Geen moment aan gedacht,’ gaf de kemphaan bedremmeld toe. Hij bedankte de duif omstandig voor het voorkomen van ernstige imagoschade.
En zo gingen alle partijen tevreden naar huis. Moraal: heeft u iets lekkers, eet het dan op. Anders bezorgt u de vredesduif obesitas.

Zeer binnenkort: de filmbijlage, de operabijlage en nog een filmbijlage. En daarna wederom een experimenteel nummer!

Dossier: Vogelfotoboek
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen