Vogelfotoboek 000095C Experimenteel nummer

Foto: ©Vogelfotoboek

Hierbij alweer een nieuw nummer van het Vogelfotoboek op uw device. Geniet ervan! Want daarvoor heeft Theo Gaasbeek het samengesteld.

Goedemiddag vogelaarsters en -s,

Op dit moment is nog niet bekend welke nieuwe maatregelen onze minister-president en zijn kompanen voor ons in petto hebben maar het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat we er vrolijk van gaan worden. Dat lukt naar ik ernstig hoop beter van het nieuwe nummer van het Vogelfotoboek.

Met experimentele groet,

dhr. Theo

Vogelfotoboek 000095C Experimenteel nummer

Geachte vogelminnenden,
In dit nummer gaan we opnieuw pogen aandacht te besteden aan pindakaas. Maar eerst… de post!

Mevrouw Connie stuurde mij een tijdschrift toe dat zij op de kop wist te tikken tijdens een (tamelijk) recent bezoek aan Wales. Ze was voornemens het tijdschrift persoonlijk te komen overhandigen, maar een of ander virus stond haar plannen in de weg. Spijtig, edoch de belangwekkende uitgave in kwestie is hier heelhuids gearriveerd. Hartelijk dank, mevr. Connie!

Ondertussen vraagt de gulle geefster zich af wie er eigenlijk op de cover prijken. Niet de minsten, mevr. Connie. Centraal afgebeeld staat een vogel die in het Nederlands nogal laatdunkend ‘brilduiker’ wordt genoemd (hij duikt juist zonder bril). In Groot-Brittannië spreekt men daarentegen respectvol van een ‘goldeneye’. Het veelbewogen, enerverende leven van deze eend werd daar bovendien verfilmd, met Pierce Brosnan in de hoofdrol.

Rechtsboven op de cover van Bird Watching zien we de paarse strandloper. De paarse kleur moet u er zelf bij denken. Dat geldt trouwens ook voor het strand. Linksonder zien we warempel een van mijn dorpsgenoten. Aanvankelijk hield deze overbuur zich angstvallig in het struweel verscholen, maar na verloop van tijd werd hij toch een weinig brutaler. En bij de huidige verkeersluwte waagt hij zich zowaar op de rijweg… Ruim baan voor het waterhoentje!

Het feit dat het Vogelfotoboek nu ook online kan worden geraadpleegd, ontlokte mevrouw Grietje het navolgende eerbetoon:

Wat leuk en gefeliciteerd dat je zo beroemd wordt.

Ik blijf er nochtans bescheiden onder, mevr. Grietje.

Mevrouw Ineke R. schrijft: Nee maar waarde vogelvriend, heb je opeens een column in de Noordoostpolder. Gefeliciteerd met de uitbreiding van jouw leespubliek. Niet de minste krant zou ik denken!

Een column zou ik het niet meteen willen noemen mevr. Ineke. Eerder een eh… Vogelfotoboek. En ‘in de krant’ zou ik het evenmin willen noemen. Hetgeen niet wegneemt dat wij dankzij de webzijde noordoostpolder.nieuws.nl onze lezerskring in potentie danig hebben verruimd. Ik zou bijna zeggen dat we hier in de polder viral gaan, ware het niet dat ‘viral’ is afgeleid van ‘virus’, welke term in het huidige tijdsgewricht enigszins besmet is.

Mevr. Ineke vervolgt: Intussen geniet ik hier in het noorden volop van de vogels in mijn tuin en nabije omgeving. Wel mooi dat er nauwelijks vliegtuigstrepen in de lucht te zien zijn en het zwerk tijdelijk niet meer verdeeld is in vakjes. De gevederde vrienden hebben alle ruimte. Het is een stuk stiller en dat is best eens even aangenaam, al is de aanleiding dat niet.

Blijf gezond mijn beste, vooral nu je een grootse journalistieke verantwoordelijkheid op jouw schouders hebt genomen.

De vogels bevalt de coronacrisis inderdaad prima, mevr. Ineke. Het kan ze niet lang genoeg duren. De crisis leidt ook tot onverwachte ontmoetingen getuige een mail van mevrouw Connie:

En ja ik ben nu ook meer thuis, en ga op hele andere tijden dan gewoonlijk even wandelen of boodschappen doen en toen zag ik onderweg dit:

Een flinke gezinsuitbreiding, mevr. Connie. Maar weet u zeker dat deze meerkoetjes daar alleen op voor u ongebruikelijke tijden bivakkeren? Wellicht heeft u er nu meer oog voor.

Ter zake. De afgelopen winter heeft uw vogelfotograaf ten volle benut door te experimenteren met diverse soorten vogelpindakaas. Ik kan alvast verklappen dat dit experiment volkomen mislukt is, maar die mogelijkheid is nu eenmaal inherent aan iedere proefneming die op een wetenschappelijk verantwoorde wijze ten uitvoer wordt gebracht. Mijn streven was om vast te stellen welke pindakaas de grootste aantrekkingskracht uitoefent op welke vogel.

Wellicht ten overvloede zal ik eerst het maatschappelijk belang aantonen van mijn onderzoek. Juist in deze tijd zien wij dat onze hobby een grote vlucht neemt. Steeds meer mensen ontdekken het vogelen. Het is dan ook een bezigheid die uitstekend vanuit huis kan worden beoefend. Door het raam valt van alles waar te nemen, mits het gespuis bereid is redelijk dichtbij te komen. Dat is dat gespuis doorgaans niet, tenzij…

Goed, pindakaas dus. Ik testte vier soorten: naturel, met stukjes noot, met insecten en met meelwormen. Het leek mij een kwestie van aanbieden op mijn balkon en kijken hoe lang het duurt voor zo’n pot leeg is. En daar begonnen de problemen. Is een pot leeg als de kauw teleurgesteld afdruipt? Het commentaar van deze pimpelmees laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

“Ben je besodemieterd…”

Nu is het zo dat bijna al mijn balkonbezoekers geïnteresseerd zijn in diverse versnaperingen. Er is er eigenlijk maar één die uitsluitend voor de pindakaas komt en werkelijk geen enkele belangstelling heeft voor zangzaad of vetbollen. Derhalve besloot ik op het oordeel van deze vogel af te gaan.

Stelling 1: een pot vogelpindakaas is leeg als de grote bonte specht na een grondige inspectie…

…je verwijtend aan gaat zitten kijken.

Op zich een werkbaar criterium, maar op de een of andere manier is het mij nog niet gelukt significante verschillen te meten in de snelheid waarmee de verschillende potten pindakaas soldaat worden gemaakt. Ik overweeg nu de aanschaf van een stopwatch. Het Vogelfotoboek komt terug op deze kwestie zodra er een tweede stelling kan worden geponeerd.

We zouden nu meteen verder kunnen gaan met het volgende experiment, ware het niet dat onze aandacht wordt gevraagd voor een ietwat dubieus artikel dat onlangs te lezen was op die overigens zo voortreffelijk website www.noordoostpolder.nieuws.nl: ‘Vijf vogels om voor thuis te blijven’.

Merkwaardig genoeg staat voor de auteur de huismus op 1. Ik zie dat beest hier nooit! Het is dat dhr. Willem mij af en toe tekeningen opstuurt, anders zou ik niet eens weten hoe een huismus eruitziet.

Op 2 staat de tjiftjaf. Nog erger! Dat beest hoor je overal, zonder dat je ooit een glimp van hem opvangt. Hoogst irritant.

Op 3 vinden we de blauwe reiger, op 4 de huiszwaluw en op 5 de wilde eend. Oké, een wilde eend zie ik hier tegenover wel eens in de gracht dobberen. Maar een huiszwaluw? Om dit jeugdige exemplaar te kunnen vereeuwigen moest ik van Marknesse naar de noordkant van het Tjeukemeer fietsen…

Wil men een blauwe reiger naar zijn tuin lokken dan legge men een vijver aan en late men daar lekkere hapjes in rondzwemmen. Maar dat is een beetje lastig als men alleen een balkon heeft.

Zeg nu zelf, de kans dat ik een blauwe reiger in het vizier krijg als ik hier thuis een blik uit het raam werp, is natuurlijk nul komma nul. Aangezien dit een experimenteel nummer is, zal ik dat stante pede proefondervindelijk aantonen door enkele fotografische weergaven te presenteren van het uitzicht vanuit mijn woonkamer. Kijkt u even mee?

Ziet u ergens een blauwe reiger? Nou?

Eh…

Nou goed, eentje dan. Meer mislukte experimenten in…
Vogelfotoboek 000095D – Experimenteel nummer!!!

Dossier: Vogelfotoboek
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen