Een 20-jarige jongeman heeft zich volgens rechtbank Midden-Nederland begin dit jaar in Emmeloord schuldig gemaakt aan poging doodslag door stenen naar een bus te gooien.
LELYSTAD/EMMELOORD, 28-09-2021 - Op 26 januari gooide de man samen met iemand anders twee stenen naar een rijdende bus van Connexxion. Eén van de twee stenen ter grootte van een stoeptegel, vloog dwars door een ruit en raakte een jong meisje tegen het hoofd.
Bij de politie verklaarde zij dat ze naast het raam zat en vervolgens liggend wakker werd met hevige hoofdpijn. Haar wond moest gehecht worden en volgens de huisarts was er sprake van een hersenschudding.
Bewuste actie
Kort na het incident sprak de verdachte op het busstation van Emmeloord een vriend aan. Hij zei dat hij zojuist een steen door een busruit had gegooid en liet zijn vriend – later getuige in de strafzaak – daar een filmpje van zien.
Eerder op de dag was die vriend al door iemand anders uit de vriendengroep via FaceTime gebeld. Op die beelden zag de vriend dat verdachte een baksteen in zijn handen had.
De rechtbank gelooft niet dat de 20-jarige verdachte lager dan het raam wilde gooien en vanuit een impuls handelde. Zo is in het FaceTime gesprek van eerder die dag te horen dat verdachte zegt ‘moet je opletten wat er straks gaat gebeuren’. Ook is het filmpje van het gooien zelf zo gefilmd dat diegene die filmt wist wat er ging gebeuren.
Door met een steen naar een rijdende bus te gooien heeft hij bewust de kans aanvaard dat hij iemand zou raken. Er is ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. Het maakt dan ook niet uit wie van de twee gooiers de steen gooide die het jonge meisje raakte.
Jeugdstrafrecht
Het slachtoffer heeft nog dagelijks last van hoofdpijn en duizeligheid en kan daardoor bijna niet functioneren. Ook is zij bang voor de vriendengroep waar verdachte deel van uitmaakt. De rechtbank vindt het uitermate kwalijk dat de man die avond niet alleen goederen heeft vernield – wat al erg genoeg is – maar ook een jong meisje dusdanig heeft geraakt dat zij daar nog steeds last van heeft.
Uit het rapport van de psycholoog blijkt dat de jongeman hulp moet hebben. Hij functioneert op een verstandelijk beperkt niveau en kan zijn eigen handelen nauwelijks inschatten. Hij komt ook jonger over dan hij is.
De rechtbank is het met de officier van justitie en de advocaat van de jongeman eens dat hij volgens het jeugdstrafrecht veroordeeld moet worden. Hij is veroordeeld tot een jeugddetentie van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Naast een jeugddetentie legt de rechtbank ook bijzondere voorwaarden op, waaronder een behandeltraject en een contactverbod met het slachtoffer. Daarnaast moet hij het slachtoffer een schadevergoeding betalen en de schade aan de bus vergoeden.