Zeer zeldzame libellen gezien in Kuinderbos

Oostelijke witsnuitlibel
Oostelijke witsnuitlibel
Foto: Kars Veiling

Ontdekkingen in libellenreservaat Kuinderbos brengen zoveel fotografen op de been, dat de vegetatie eronder lijdt. De ontdekkingen van dit seizoen worden daarom nu pas wereldkundig gemaakt.

De afgelopen 15 jaar zijn in het Kuinderbos veel poelen, vennen, kreken, natuurvriendelijke oevers en zelfs een beek aangelegd. Al deze waterpartijen vormen samen een natte as van 6 km diagonaal door het Kuinderbos.

De waterpartijen hebben diverse grondsoorten als ondergrond zoals zand, veen, klei en zavel. Dit gemengd met de schelpen van de voormalige Zuiderzee maakt dit gebied uitermate geschikt voor libellen. In het Kuinderbos wordt ook veel aan bosrandenbeheer gedaan, dit zijn ideale ‘jachtvelden’ voor libellen. Deze zijn samen met het water onmisbaar in hun levenscyclus.

De Vlinderstichting heeft het Kuinderbos mede hierom in 2011 uitgeroepen tot één van de drie Nederlandse libellenreservaten.

Vrijwilliger van Staatsbosbeheer Gerard Eggens, is volgens boswachter Harco Bergman ‘één van de beste libellenherkenners van ons land’. “Als boswachter prijs ik me gelukkig dat hij heel actief is in het Kuinderbos. Gerard is ook actief als vrijwilliger voor de Vlinderstichting waar hij dagvlinders voor monitort in natuurgebieden in de gehele Noordoostpolder.”

Vijf soorten witsnuitlibellen

De vroege, mooie en lange zomer is ideaal libellen voor libellen. In een ven trof Eggens maar liefst vijf soorten witsnuitlibellen tegelijkertijd aan:

  • de Gevlekte Witsnuitlibel is het meest algemeen;
  • de Noordse Witsnuitlibel werd voor het laatst drie jaar geleden gezien;
  • van de Venwitsnuitlibel waren tot dan toe nog maar vijf gezien;
  • de Sierlijke Witsnuitlibel betrof de eerste waarneming in Flevoland met paring en eiafzet en;
  • de in Nederland verdwenen Oostelijke Witsnuitlibel werd met zeker vier mannetjes op de poel gezien. Of er vrouwtjes waren en of er voortplanting en eiafzet heeft plaatsgevonden, zal de komende jaren duidelijk worden

Heidelibellen

Ook de heidelibellen deden het prima. Daarvan zijn nu acht soorten soorten gezien. De Bruinrode, Steenrode en Bloedrode zijn heel algemeen, maar ook de Zwarte Heidelibel – waar het niet goed mee gaat in Nederland – is waargenomen.

Daarnaast is de Bandheidelibel gezien, die op de infiltratieslootjes langs de oostrand van de Noordoostpolder zit. De Kempense Heidelibel zoekt slootjes die in de winter droog staan. De Zwervende Heidelibel heeft dit jaar voor het eerst als larve overwinterd in het Schansveld. De Zuidelijke Heidelibel rukt overigens sowieso hard op naar het noorden.

Andere bijzondere libellen waren de Kanaaljuffer in het Schansveld en de Zuidelijke Keizerlibel in het Schoterveld. Erg bijzonder was ook de eerste waarneming van de Beekoeverlibel, een mannetje dat helemaal hel blauw van kleur was.

Staatsbosbeheer Kuinderbos en de Vlinderstichting maken bewust dit nieuws nu pas bekend. De vele liefhebbers die libellen fotograferen zouden de bijzondere vegetatie langs de poel anders vertrappen. Inmiddels is bij de poelen bebording aangebracht zodat de boswachter als ‘noodrem’ verbaliserend kan optreden.

Kars Veling van de Vlinderstichting zegt over het libellenreservaat: “Toen het Kuinderbos werd uitgeroepen tot libellenreservaat was dit vanwege de soortenrijkdom. Maar nog jaarlijks worden er, vooral door de scherpe blik van Gerard Eggens, nog nieuwe soorten bij gevonden. Het is echt een van de mooiste libellengebieden van ons land”.

Er zijn dit jaar in het Kuinderbos 46 soorten gezien en in het totaal door de jaren heen 51 soorten.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen